Column Yasin Torunoglu
Herinnert u het zich nog? De tijd dat je overal kon roken? Oudejaarsavond brachten we bij vrienden door. Het ging, naast de gebruikelijke hoogte- en dieptepunten van het jaar, ook over roken. Ik was met een stel ex-rokers (waartoe ik behoor) en een paar rokers. Sommigen hadden nog gerookt op kantoor, in de trein of zelfs in het vliegtuig. Dat is intussen allang verleden tijd.
Recenter is het verbod op roken ingevoerd in restaurants, cafés en dergelijke. Als samenleving hebben we een bepaalde norm gecreëerd, waardoor het recht op roken verschoven is naar het recht op schone lucht. Het is de laatste jaren steeds ongebruikelijker geworden dat je bij mensen thuis een sigaret kan opsteken. Als recente ex-roker kan ik me nu al niet meer voorstellen dat ik met een sigaret in een restaurant zou zitten. Wat zeg ik: erover schrijven in een column voelt al op het randje van ongepast.
Dat gevoel had ik dit jaar ook met vuurwerk. Als puber heb ik natuurlijk ook rotjes afgestoken. Ik heb zelfs een ongeluk gehad met vuurwerk, maar kwam gelukkig met de schrik vrij. Toen we dit jaar buiten naar het prachtige siervuurwerk aan het kijken waren moest ik ineens denken aan ons gesprek over roken. Eigenlijk vond ik het moeilijk om me voor te stellen dat we het goed vinden dat kinderen met bommetjes spelen. Ik moest denken aan allerlei slachtoffers van vuurwerk die zich op dat moment richting de spoedposten begaven, in plaats van een gezellige avond met de familie.
Dit jaar werd het afsteken van vuurwerk voor het eerst pas vanaf zes uur toegestaan. Ik besefte op weg naar huis dat dit – voor mij in elk geval – de eerste stap was naar een nieuwe norm. Misschien staan we over een paar jaar met zijn allen te kijken naar een georganiseerde vuurwerkshow. En kunnen we ons niet meer voorstellen dat het door ons, in onze eigen straten afgestoken werd. Maar voordat het zover is, zal die discussie ongetwijfeld nog wel voor wat vuurwerk zorgen.
Met vriendelijke groet,
Yasin Torunoglu