Al vanaf de geboorte op de tweede rang
Voor de duidelijkheid: de Tongelrese groep is niet representatief voor Turkse jongeren in Nederland. Uit de cijfers blijkt weliswaar dat ze hoger scoren in de criminaliteitscijfers dan andere jongeren, Turken komen gemiddeld veel minder in aanraking met de politie dan Marokkaanse.
Dat zou in de nabije toekomst wel eens snel kunnen veranderen, zegt Yasin Yener. Hij zit aan een ander tafeltje in het theehuis van stichting SEM in Doornakkers. Yener (37) zet zich al een tijdje in voor Turkse jongeren in de wijk. „Als we niet uitkijken, glijden nog veel meer jongens af. Alleen in deze wijk al zijn dertig tot veertig Turkse jongen tussen de twaalf en achttien jaar die grote risico’s lopen. Ze kunnen eigenlijk nergens meer terecht.”
Yener weet wat de gevaren van hangen op straat zijn. Hij bewandelde zelf jarenlang het slechte pad. Als representant van de tweede generatie gastarbeiders maakte hij als puber ‘misbruik’ van de onwetendheid en goedheid van zijn ouders. Zes jaar zat hij in totaal in de gevangenis, vijf jaar was hij verslaafd aan harddrugs. Sinds zes jaar is hij clean en is hij bezig een nieuw leven op te bouwen.
Yener kan zich wel vinden in het zorgelijke beeld dat in januari in een manifest werd geschetst over de Turkse jeugd in Nederland. Tien hoogopgeleide Turken uit het bedrijfsleven, wetenschap en politiek vroegen aandacht voor het maatschappelijke isolement waarin Turkse jongeren terecht dreigen te komen. Yener acht dat gevaar reëel. „Deze jongeren hebben geen goede voorbeelden, geen nuttige tijdsbesteding en krijgen thuis misschien niet genoeg aandacht. Turkse jongeren worden in de steek gelaten.”
Yasin Torunoglu (28) groeide ook op in de Tongelrese achterstandswijk. Maar hij koos een andere weg dan veel van zijn vriendjes van vroeger. Torunoglu is inmiddels universitair geschoold en zit al vijf jaar voor de PvdA in de gemeenteraad. Hij behoort tot de groep jonge Turken die de weg omhoog op de maatschappelijke ladder heeft gevonden. Toch ziet ook Torunoglu het misgaan met de integratie. „Het begint al met de segregatie op de basisschool, met zwarte en witte scholen. Ik zat in de klas met 28 Turken, twee Marokkanen en drie Nederlanders. Bijna alle Turken gingen daarna naar vmbo De Burgh, een zwarte school, en daarna allemaal naar niveau 1 en 2 van het ROC. Ze voetbalden samen bij een vrij zwarte club en omdat ze nergens anders terecht konden, liepen ze stage binnen het Turkse netwerk. En daarna moeten ze ineens de arbeidsmarkt op. Ze nemen genoegen met een simpel baantje, hebben geen perspectief of belanden in de criminaliteit.” Ali is van die laatste categorie een triest voorbeeld. Op 16 november werd hij in de Venuslaan in Eindhoven op 28-jarige leeftijd doodgeschoten. Dat incident werd later door burgemeester Rob van Gijzel aan drugscriminaliteit gelinkt. Dogan Yildiz (29) kende Ali goed, van vroeger. „We zaten naast elkaar in de klas. We noemden hem Ali Bombali.
Een aardige, stotterende jongen. Een jaar of vier geleden reed ik een avond taxi toen Ali bij me instapte. Hij verklaarde me voor gek. Ik kon toch veel gemakkelijker geld verdienen dan taxirijden? Nu is hij dood.”
Yildiz bleef zijn taxi rijden. Dat heeft hij altijd gedaan om zijn studie bedrijfseconomie te bekostigen. Nu heeft Yildiz een goede baan bij NS Reizers in Utrecht. Vooral in het weekeinde zet hij zich in voor de Eindhovense Turkse Vereniging ETÜD.
ETÜD heeft een wijkgebouwtje aan de Nieuw-Fellenoord in Woensel als thuisbasis. Met extra taalles en huiswerkbegeleiding voor de jeugd in het weekeinde wil ETÜD meehelpen aan een betere toekomst voor Turkse kinderen. Bestuurslid Yildiz: „Turkse jongeren hebben vanaf hun geboorte een achterstand. Door de taal beginnen ze al een tree lager. De sterkere kinderen overwinnen dat wel, maar Turkse kinderen moeten groep drie vaak al twee keer doen.”
Van de allochtone groepen scoren Turkse leerlingen bij de Cito-toets nog altijd het laagste op taal. Na de basisschool gaat 81 procent van hen naar praktijkonderwijs of vmbo. Turkse kinderen krijgen vaak een te laag schooladvies, zeggen de kinderen die deze zondagmiddag bij ETÜD samen huiswerk zitten te maken. Berivan (18), leerlinge in het examenjaar van het vwo: „Bij Turken denken onderwijzers: het zal wel niet lukken, je kunt beter lager beginnen. Bij Nederlanders is dat omgekeerd. Turken beginnen al met een negatief toekomstbeeld.”
Het negatieve zelfbeeld wordt dagelijks gevoed. Het huiswerkklasje zegt het verharde klimaat tegenover allochtonen en vooral moslims bijna dagelijks te merken. Berkay (12): „Toen ik een nieuwe fiets had, riepen ze: hé Turk, waar heb je die gestolen?” Berivan: „Als puntje bij paaltje komt, word je op school toch altijd afgezonderd, je wordt gezien als tweederangspersoon, dat voel je gewoon.”
Zelf is Berivan allerminst van plan daarvoor het hoofd te buigen. Volgend jaar wil ze psychologie of rechten gaan studeren. Ze wil het voorbeeld van haar mentor Dogan Yildiz volgen.
Maar ook hoogopgeleiden als Yildiz en Torunoglu hebben hun problemen. Ze horen tot een weinig geliefde minderheid. Volgens Yildiz is het allemaal begonnen na de aanslagen op de Twin Towers in 2001. De moorden op Fortuyn en Van Gogh en de opkomst van Geert Wilders hebben het leefklimaat voor Turken en Marokkanen verslechterd. Yildiz: „Veel oudere Turken zijn bang.
Ze vragen zich af of ze in Nederland nog wel een toekomst hebben. Ook ik voel me niet totaal geaccepteerd. Daardoor heb ik ook overwogen om na mijn studie naar Turkije te emigreren.
Ik was zelfs al aangenomen bij een bedrijf. Ik ben toch hier gebleven. Hier woont mijn familie, dat geef je niet zomaar op.” Veel hogeropgeleide jonge Nederlandse Turken spelen de laatste jaren met de gedachte om naar het land van hun ouders te verhuizen. Ze zien daar meer carrièrekansen. De jeugdwerkloosheid was in 2010 onder geen enkele groep in Nederland zo hoog: 29 procent.
„Dat veel jonge Turken een eigen bedrijfje beginnen, duidt ook op een gebrek aan perspectief op de arbeidsmarkt”, zegt raadslid Torunoglu.
„Turken moeten toch altijd opboksen tegen vooroordelen. Laatst vroeg een oude vrouw bij een pinautomaat of ik haar wilde helpen. Toen ze haar pincode moest intoetsen, stapte ik uiteraard achteruit. Even later tikte de politie op mijn schouder. Waar ik mee bezig was? Iemand had de politie erbij gehaald. Ze zien je bij voorbaat als een potentiële crimineel.”
Het maakt soms somber. Torunoglu: „De frustraties uiten zich bij mij in keihard werken. Veel meer Turkse jongeren doen dat, gelukkig. Maar er zijn er ook die bezwijken onder de druk.”
Iedereen beaamt het beeld uit het manifest. Turken in Nederland hadden altijd al de neiging om zich vooral op de eigen gemeenschap en het vaderland te richten, méér dan andere etnische groepen, de laatste jaren is dat proces alleen maar versterkt. De afgenomen band met de Nederlandse samenleving blijkt alleen al uit het opkomstpercentage onder Turken bij de gemeenteraadsverkiezingen. In 2006 lag dat nog op 52 procent, in 2010 was dat gedaald tot 35 procent.
Volgens Yildiz wint de conservatieve, religieuze stroming in Nederland terrein, net als in Turkije. „Dat gebeurt ook onder jongeren. Ze trekken zich terug om te bidden en te lezen uit de Koran en organiseren verder alles zelf.
Tien jaar terug was deze groep marginaal in Eindhoven. Nu schat ik het al gauw op vijftien procent.” Ondertussen heeft het seculiere netwerk moeite om overeind te blijven.
Het voortbestaan van ETÜD is onzeker. Subsidie aanvragen bij de gemeente zijn vooralsnog afgewezen. In Tongelre heeft Yasin Yener een half jaar jongeren opgevangen in een pand aan de Kanaaldijk maar dat is afgelopen. Pogingen voor financiële steun hebben niets opgeleverd. Yener: „Zoiets hoeft echt niet voor de miljoenen die projecten voor Marokkanen kosten.”
Eigenlijk heeft niemand een goed antwoord op de vraag wat de verschillen zijn tussen de problemen van Marokkaanse en van Turkse jongeren. Voor de eerste groep was er al jaren veel aandacht, en geld beschikbaar, rond de Turkse jeugd bleef het stil, ook na het manifest. „Marokkanen doen het misschien ook beter in de media. Ze uiten zich misschien extremer. Ik ben twee keer uitgenodigd voor een tv-programma maar ook twee keer afgebeld. Ik was toch net te genuanceerd en dus niet sexy genoeg”, zegt Torunoglu.
John Graat