29 november 2013

PvdA staat voor werk en zekerheid

De Partij van de Arbeid is zeer verheugd met het voorstel voor de nieuwe Wet Werk en Zekerheid. Dit wetsvoorstel is de nadere uitwerking van het in april van dit jaar tussen kabinet en sociale partners gesloten sociaal akkoord. Ik ben vooral blij met de realisatie van drie langgekoesterde PvdA-wensen: het aanpakken van de doorschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt, een eerlijker ontslagstelsel, en van-werk-naar-werk-begeleiding bij dreigend ontslag.

De afgelopen decennia is het verschil tussen flexibele en vaste arbeid in ons land te groot geworden. Met de maatregelen uit het wetsvoorstel wordt de doorgeschoten flexibilisering aangepakt door de positie van flexwerkers te verstevigen.

De zogenoemde ketenbepaling in contracten wordt aangepast. Daardoor maken medewerkers met een tijdelijk dienstverband eerder aanspraak op een vast contract. Nu nog mag een werkgever in drie jaar tijd drie tijdelijke contracten afsluiten, met een ‘wachttijd’ van drie maanden. Dit worden er drie in twee jaar tijd, met een pauze van zes maanden. Door de ‘wachttijd’ te verlengen worden draaideurconstructies voorkomen. Andere belangrijke maatregelen zijn: het verbieden van de proeftijd bij een tijdelijk contract van maximaal een half jaar en een verbod op een concurrentiebeding als een werknemer werkzaam is op basis van een tijdelijk contract.

De maatregelen uit het wetsvoorstel maken het ontslagstelsel eerlijker. De PvdA wilde dit al langer. Ook wordt het stelsel sneller en goedkoper. Afhankelijk van de reden van ontslag komt er één ontslagroute. Daardoor zullen mensen met een laag inkomen niet langer, zoals nu vaak het geval is, zonder ontslagvergoeding eruit gaan via het UWV, terwijl mensen met een hoger inkomen via de kantonrechter met een forse ontslagvergoeding naar huis gaan. De preventieve toets bij ontslag blijft bovendien overeind; de werkgever moet zijn ontslag motiveren en zal daarom een fatsoenlijk personeelsbeleid moeten voeren. Ook krijgen werknemers de mogelijkheid van hoger beroep.

De PvdA vindt dat bij noodzakelijk ontslag alles gericht moet zijn op het naar een nieuwe baan helpen van mensen. Daarom zijn we blij, dat in het wetsvoorstel staat dat alle werknemers met een dienstverband van twee jaar of langer recht krijgen op een transitievergoeding. Dat geldt dus ook voor medewerkers met een tijdelijk dienstverband. Deze transitievergoeding wordt afhankelijk van de duur van een dienstverband en gemaximeerd op € 75.000 of een jaarsalaris voor mensen die meer dan € 75.000 per jaar verdienen. De transitievergoeding is uitsluitend voor van-werk-naar-werk-trajecten en scholing. Door deze veranderingen dalen de gemiddelde kosten van ontslag.

Ook als werknemers onverhoopt een beroep moeten doen op de WW, dan moet zo snel mogelijk van-werk-naar-werk het uitgangspunt zijn. De WW wordt activerender gemaakt en er wordt daarbij voor gezorgd dat werken vanuit de WW altijd loont. Werkgevers en werknemers hebben hier een eerste verantwoordelijkheid. De PvdA is blij dat zij zich volop willen inzetten op het voorkomen van werkloosheid.

Het publiek gefinancierde deel van de WW blijft loongerelateerd en wordt in geleidelijke stappen vanaf 2016 beperkt tot 24 maanden in 2019. Daartegenover staat dat sociale partners via de cao afspraken kunnen maken over aanvulling van de WW met 14 maanden, zodat de totale WW-duur gelijk blijft aan de huidige WW-duur van 38 maanden.

Met de maatregelen uit dit wetsvoorstel wordt de arbeidsmarkt aangepast aan de wensen en eisen van nu en de toekomst: door de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt een halt toe te roepen en in te zetten op goed werkgeverschap, duurzame inzetbaarheid en van-werk-naar-werk.

Mariëtte Hamer
Tweede Kamerlid
Arbeidsmarkt, Ontslagbescherming en UWV