Een pleidooi voor meer gemeentelijke samenwerking

Door: Vanessa Jolink

 

Burgemeester van Gijzel heeft in zijn nieuwjaarstoespraak zijn zorgen geuit over de gestage groei van de gemeente Eindhoven. “Eindhoven moet zich de komende twintig jaar ontwikkelen tot een compacte stad waarin minstens 300.000 mensen wonen. Alleen dan is er voldoende financiële omvang voor een aantrekkelijke, goed onderhouden stad met goede voorzieningen. De nieuwe inwoners zouden dan moeten gaan wonen in een compacte stad en de hoogte in. Herindeling is niet aan de orde, als er dan al heringedeeld wordt dan zal dat op initiatief van de regiogemeenten zelf zijn. Hij vindt overigens wel “dat er veel goede argumenten zijn voor herindeling” (bron: ED, 6 januari 2015).

Opgelegde herindeling vanuit het rijk is (voorlopig) van de baan. Dat was voor de gemeente Eindhoven een uitgekiende mogelijkheid om een grote centrumgemeente te worden met bijbehorende voordelen als meer macht en invloed aan onderhandelingstafels en het verkrijgen van meer subsidies. Een mogelijke herindeling is voor veel gemeenten om verschillende redenen niet wenselijk. Er wordt gezocht naar samenwerking waar het kan zonder de eigen identiteit en regie te verliezen.

De afgelopen jaren zijn er in de regio verschillende gemeenten samenwerkingen aangegaan of mogelijkheden aan het onderzoeken. Voorbeelden zijn de Peelgemeenten, verenigd in Peel 6.1 en de Kempengemeenten. Opvallend is dat enkele randgemeenten zich ook aan het oriënteren zijn, zoals de gemeente Veldhoven met de gemeente Best. Maar waarom niet met de gemeente Eindhoven?

Hierop een antwoord geven is niet eenvoudig. Gemeenten kijken eerst naar buurgemeenten. Ze zoeken samenwerking met gemeenten die qua omvang en problematiek gelijkwaardig zijn. Het betreft dan vooral samenwerking op het gebied van beleid, uitvoering en het uitwisselen van kennis en ambtenaren. Het samenwerken met een grote gemeenSamenwerkingte wordt soms als een bedreiging gezien, zeker door veel inwoners van deze kleinere gemeenten. Men is bang om op den duur de identiteit en invloed te verliezen en alsnog heringedeeld te worden. Ook is men bang dat de leefbaarheid en de sociale voorzieningen in de kleinere kernen achteruit gaan, het geld en de middelen zullen misschien anders besteed gaan worden en inwoners moeten mogelijk naar een andere gemeente voor advies of afhalen van documenten. De afstand tussen de politiek en burger kan door een vergaande samenwerking groter worden. In Zuidoost-Brabant bestaan al regionale samenwerkingsverbanden zoals Brainport en de metropoolregio Eindhoven. Hierin wordt op belangrijke overkoepelende thema’s als ruimte, economie en mobiliteit al samengewerkt.

Echter zou de gemeente Eindhoven ook actief samenwerking met de buurgemeenten kunnen aangaan op bijvoorbeeld beleid, grote projecten en uitwisselen van kennis. Dit op basis van gelijkwaardigheid en niet vanuit de intentie om de grootste en invloedrijkste gemeente te worden.

Wie weet wat dan de toekomst nog in petto heeft.