Congres “reuring in de partij…”
De eerste vraag die via Naomi het midden kwam was of wij ‘groei’ van belang achten en of die materieel moet zijn. Heleens bijdrage over energie onderstreepte dat nog eens uitdrukkelijk. Niet elke vorm van groei moet voor sociaal democraten zaligmakend zijn maar door in te zetten op innovatie, bijvoorbeeld gericht op duurzaamheid kan ‘groei’ zelfs positief bijdragen aan het milieu. (Met misschien wel als voorwaarde dat een milieuminister van VVD huize komt in plaats van de PvdA, gezien het verschil in concrete resultaten tussen milieuministers van de ene en de andere partij đ
In een discussie over het zorgvraagstuk, gaf Jan Schuurman Hess een voorbeeld over de organisatie van de sociaal democraten in het Luikse. Daar gaat men verder dan de traditionele domein van een politieke partij. Dat riep al snel vergezichten op over een mogelijke organisatie op het niveau van volksverzekering, bankinstelling en of een energiebedrijf. Uitgaand van kleinschaligheid, terug naar de menselijke maat, en in ieder geval opererend vanuit een solidariteitsgevoel binnen onze politieke beweging. Dat brengt zowel aanwezig tweede kamerlid Martijn van Dam als de ook aanwezige ‘spindokter’ Dig Ista al snel tot de aansporing het vooral bij rode hesjes en foldertjes te laten “want over drie kwartier is de speeltijd om en moeten we weer verkiezingen winnen”.
Dagvoorzitter Nico concludeerde daarop dat we eerst moeten achterhalen waar ‘gewone leden’ een goed gevoel bij hebben. En dat is bij een goede zorg, werkgelegenheid, onderwijs en duurzaamheid, etc., en vooral het feit dat we er geen grip op hebben maakt dat dat goede gevoel ontbreekt. Maar hoe krijgen we het terug? Door een nieuw ‘middenveld’ (al of niet regionaal) van onderop? Uiteraard moest het definitieve antwoord op dergelijke vragen deze middag nog onbeantwoord blijven maar het bestuur van de afdeling is al actief bezig met het starten van focusgroepen. We hebben besloten die te laten plaats vinden in ‘de Eetalage’ en ze dus logischerwijze ook de ‘Eetalage debatten’ te gaan noemen.
Zeker: we moeten proberen de verkiezingen te winnen als we wat willen realiseren. Maar een eenzijdige focus daarop creëert ongeloofwaardigheid en lijdt tot zwevende kiezers, populisme , mensen in tentjes op het Beursplein en uiteindelijk per saldo slechte peilingen of uitslagen voor de PvdA.
Geef de burger in plaats daarvan een raamwerk waarbinnen we samen weer wat organiseren en dus ook delen. Waardoor er een nieuw ‘sociaal democratisch middenveld’ terugkeert. Laten we waar mogelijk regionaal de zaken maar regelen en neem afstand van landelijke instituties die dat nu, al of niet in het kader van ‘marktwerking’, verzieken.
En oh ja: toen landelijk bestuurslid Gaby vroeg waarom er weinig Eindhovense opkomst was bij landelijk georganiseerde bijeenkomsten om dit soort zaken te bespreken, bleek dat centraal vanuit het partijkantoor georganiseerde vergaderingen al snel het imago hebben van weinig diepgang en/of inbreng, waar je alleen op voorgebakken stellingen kunt reageren. Ook de ledenraad ziet men snel als een soort veredelde ‘applausmachine’. Deze manier van aanspreken lijkt niet helemaal aan te sluiten bij wat de leden verwachten, maar op termijn moeten zulke initiatieven natuurlijk wel weer samenkomen. Ondertussen bleek de ‘bottum up benadering’ van deze ‘reuring debatten’ in ieder geval het enthousiasme los te maken wat daar vaak ontbreekt.
Door Wildrik Burema, met dank aan Harm Hofman