17 februari 2010

PvdA over het rapport “Veel te winnen”

Deze laatste conclusie is de meest belangrijke en commissie doet een aantal aanbevelingen om hierin verbeteringen aan te brengen. De PvdA vraagt hier wel om realisme en dat lees je in het rapport ook ‘tussen de regels door’: alleen met organisatorische veranderingen breng je de criminaliteit niet terug; vanuit de basis van een stevige organisatie wordt het mogelijk te sturen op belangrijke factoren. Maar de (derde) onderzoeksvraag welke specifieke factoren bijdragen aan (het terugdringen van) de criminaliteit, wordt helaas niet beantwoord. In die zin moeten we constateren dat er stevige en waardevolle aanbevelingen liggen, maar dat deze beperkt blijven tot voornamelijk organisatorische veranderingen, bijvoorbeeld in de structuur achter het veiligheidsbeleid en over de beleidscyclus. Het rapport legt de vinger op een aantal zere plekken, onder andere bij de gemeentelijke organisatie rondom de veiligheid. Bij de PvdA roept dat de vraag op waarom we dit via een externe commissie moeten vernemen en of er al eerder binnen de gemeente dergelijke signalen bekend waren. De commissie legt een zwaar accent op het ontbreken van een gezagsvolle driehoek van gemeente, openbaar ministerie en politie. De commissie doet aanbevelingen ten aanzien van de drie partners om het gezag te versterken. Voor de politie zou dit betekenen dat er meer centraal aangestuurd zou moeten worden door de huidige gebiedsgewijze (per stadsdeel) organisatie te veranderen. De PvdA zet hierbij vraagtekens, want voor ons is niet duidelijk of we hiermee onze prioriteit van inzet op veiligheid in de wijken en de verhoogde inzet van wijkagenten gaan verlaten. En die twijfel werd nog eens bevestigd door de opstelling van Korpschef Kuys tijdens de commissievergadering, die meldde deze aanbeveling niet te onderschrijven en vanuit de basis te blijven organiseren. Een andere aanbeveling van de commissie is om de portefeuille veiligheid en handhaving, nu in handen bij een wethouder, samen te voegen met Openbare Orde en de hele portefeuille in handen van de burgemeester te leggen. Als inhoudelijk argument gebruikt de commissie dat daarmee een eenduidige aansturing gerealiseerd wordt. De PvdA onderkent het belang van dit argument, maar constateert tegelijkertijd dat daarmee de politieke betrokkenheid op grotere afstand komt. De vraag is op welke wijze de Raad als gekozen orgaan optimaal invloed en controle houdt op het veiligheidsbeleid in onze stad, met andere woorden: hoe functioneert de gezagsvolle driehoek ten opzichte van de gemeenteraad? Daarover zegt het rapport niets. Volstrekt onduidelijk blijft bij welke strafbare feiten de prioriteit komt te liggen? Bij de min of meer toevallig onderzochte feiten uit de AD-monitor? Bij de zware en georganiseerde criminaliteit? Beide worden genoemd; maar wat betekent dat nou voor de aanpak van concrete overlast in wijken en buurten? En waar blijft het Eindhovense Plan van Aanpak Veiligheid in dit verhaal. Het rapport signaleert dat het Veiligheidshuis oneigenlijk is gaan functioneren als een beleidsbepalende afdeling Openbare Orde en Veiligheid in plaats van een uitvoerende afdeling. De onderzoekers willen een sterke en aparte gemeentelijke beleidsafdeling en een Veiligheidshuis als uitvoerende instantie.Wij hebben twijfels over de manier waarop het Veiligheidshuis volgens de onderzoekers in de toekomst gepositioneerd zou moeten worden. Hoe werkbaar en hoe krachtig is een beleidsafdeling op afstand? De Partij van de Arbeid ziet de meerwaarde van het rapport Fijnaut in de signalen die het afgeeft: Eindhoven heeft een veiligheidsprobleem en de huidige organisatie komt tekort voor het voeren van een krachtig veiligheidsbeleid. Het college onderschrijft de aanbevelingen van de onderzoekers en heeft een aantal maatregelen ter verbetering voor het veiligheidbeleid voorgesteld, die overigens voornamelijk organisatie-gericht zijn. Wij begrijpen dat het college snel met verbeteringen  aan de slag wil. Dat wil ook de PvdA!  Aan de andere kant zitten daar ook consequenties aan vast die we goed moeten overwegen. En ook de samenhang van maatregelen met andere vraagt meer aandacht. Een goed veiligheidsbeleid vraagt kwaliteit en zorgvuldigheid.

Gaby van den Biggelaar
fractievoorzitter