26 juni 2011

PSV nog even op een ander speelveld…

In een gemeente is de gemeenteraad de baas. De burgemeester en de wethouders kunnen iets nóg zo graag willen; als een raadsmeerderheid niet wil, houdt het op. Maar meestal wordt de soep niet zo heet gegeten. Het college heeft immers vaak vanzelf al een meerderheid in de raad. Alleen bij onderwerpen als de deal met PSV is het stemgedrag minder voorspelbaar. Vooral omdat het uiteindelijk de principes en gevoelens zijn die zo’n grote rol spelen. Zo zullen PvdA, VVD en waarschijnlijk het Ouderen Appèl 28 juni in de gemeenteraadsvergadering verdeeld stemmen. Ook als alle zakelijke bezwaren zijn weggenomen. De stemverhouding zal dan liggen tussen de 29 voor 16 tegen, en 24 voor 21 tegen.

Maar waar het lastig regie voeren is vanuit de wandelgangen en fractiekamers, komt er wel meer ruimte voor politiek spel. Of beter, en in stijl, gezegd: doen zich scoringskansen voor. Dat snapte oppositieleider Maarten Houben (CDA) toen hij kwam met zijn second opinion plan. En dat snapte coalitieleider Mieke Verhees (PvdA) toen zij de wethouder liet beloven bij PSV meer maatschappelijk engagement af te dwingen.

Trouwens, ook de wethouders zagen perspectief in het positiespel. Want met geheven hoofd, ferme tred en met alle door hen omarmde raadsinitiatieven in de achterzak wordt PSV tegemoet getreden. Want dat moet wel duidelijk zijn: het is nu vooral de gemeente die de club redt, en niet andersom. In de raadszaal was het PSV-directeur Tiny Sanders die op het reservebankje zat. En hoewel die ook best zal aanvoelen dat hij heus wel weer aan spelen toekomt, zal hij ook weten dat je daarvoor dan wel extra je best moet doen.

Corrie de Leeuw