‘Polenhotel’ welkom in Eindhoven
Net als veel gemeenten in de regio worstelt ook Eindhoven met de groeiende groep werknemers uit Oost-Europese landen. Het gaat dan vooral om Polen (vorig jaar ruim 1900 in Eindhoven), maar ook om Bulgaren, Roemenen en Hongaren. Hoeveel het er precies zijn is niet te zeggen. Omdat het Europeanen zijn, mogen ze vrij reizen en zich vrij vestigen en werken. Ze hoeven zich niet te melden, maar pas als ze hier officieel vijf jaar werken, kunnen ze aanspraak maken om Nederlandse sociale voorzieningen. Waar het in de gemeenten in het buitengebied vooral seizoensarbeiders en werknemers in de metaalindustrie betreft, gaat het in Eindhoven vaak om bouwvakkers. Over de derde groep, die van de kenniswerkers, hoeft de gemeente zich nauwelijks te bekommeren. Maar in Eindhoven vallen de Midden- en Oost-Europeanen (MOE-landers) maar al te vaak in handen van huisjesmelkers. Die nemen het niet te nauw met de leefomstandigheden in de woningen en de overlast voor de buurt.
Eindhoven probeert dat te bestrijden door onder meer scherp te controleren. Vorig jaar zijn in totaal 500 woningen bezocht. „En we gaan met de woningbouwcorporaties praten”, zegt Fiers. „Met hen willen we afspraken maken over de huisvesting van MOE- landers.”
Lege kantoorruimten verbouwen is volgens Fiers (nog) geen optie. De panden die nu leeg staan, zijn allemaal bekeken. Maar óf er is geen parkeergelegenheid, óf er is geen mogelijkheid voor voldoende sanitaire voorzieningen, óf ze liggen op een industrieterrein. „En in Nederland hebben we afgesproken dat wonen op een industrieterrein niet mag, omdat daardoor de mogelijkheden voor de industrie veel te veel beknot zouden worden.”
Eindhoven wil dan wel meewerken aan de vestiging van ‘Polenhotels’, maar die moeten niet te omvangrijk zijn. Een plan zoals in Eersel (een flexhotel voor 300 werknemers), vindt Fiers veel te groot.
Corrie de Leeuw