5 juni 2011

Financieel keurslijf redt PSV

Het bestuurscollege van de gemeente Eindhoven is niet unaniem akkoord. Twee wethouders (Fiers en Scholten) steunen het plan niet, maar bevestigen dat de onderbouwing solide is. De gemeente legt de deal eerst aan de gemeenteraad voor. Daarin heeft zich een meerderheid afgetekend die voor het kopen van het onroerend goed van PSV is. Zonder hulp van de gemeente was het risico op een faillissement van PSV aanwezig, bevestigden de wethouders Joost Helms en Staf Depla. „Er moest iets gebeuren om de zaak vlot te trekken.”

Naast de gemeente verstrekt Philips een achtergestelde lening van 20 miljoen euro aan de club en een aantal investeerders nog eens 10 miljoen. Ook moeten investeerders die eerder een lening aan de club verstrekten genoegen nemen met een lagere rente. Een van hen is PSV-commissaris Wim van der Leegte. Bovendien mogen de spelers niet meer dan een basissalaris van een miljoen euro per jaar verdienen en gaat de PSV-organisatie inkrimpen.

Door de hele operatie kan het eigen vermogen van de club met 65 miljoen worden opgekrikt. Daarmee is de balans weer op orde. „De grond stond tegen een lage waarde op de balans en daarom is de optelsom anders”, meldde PSV-directeur Tiny Sanders gisteren.

De begroting is echter nog niet in evenwicht. PSV-directeur Tiny Sanders moet nog een gat van 5 miljoen dichten omdat hij de Champions League-inkomsten niet mag begroten.
Volgens Helms en Depla is PSV belangrijk voor de stad. „Het gaat rond PSV om 1200 banen, vele tienduizenden mensen die bij PSV betrokken zijn en om internationale uitstraling. Natuurlijk is er een beperkt risico aan deze operatie, maar de potentiële voordelen zijn groot. Het kost de gemeente geen geld.” Dat de leencapaciteit van de gemeente achteruit gaat, erkennen de wethouders wel. „Er is absoluut geen sprake van staatssteun. Wij zien dit als een zakelijke transactie, waarbij we niet per se winst hoeven te maken omdat er een publiek belang in het geding is.”

Rik Elfrink