22 juli 2011

Blij met buiten-wethouders?

Lenie Scholten en Staf Depla zijn twee van de drie wethouders die Eindhoven ‘van buiten’ haalde. Oud Tweede Kamerlid Depla, geboren in Eindhoven maar al lang wonend in Utrecht, solliciteerde in Eindhoven toen het wethouderschap in zijn woonplaats aan zijn neus voorbij ging. Lenie Scholten was acht jaar welzijnswethouder in Nijmegen. Ze kon blijven, maar wilde wel eens een ander decor. De twee hebben een enorme drive en inzet gemeen. Ze hebben hun tanden in de stad gezet. En eigenlijk hoor je er niemand meer over dat ze ‘van buiten’ gehaald zijn.

Maar hoe zit dat dan met Henk Brink? De VVD’er uit Amersfoort. De man die, tot zijn eigen verrassing, ‘gescout’ werd voor het Eindhovense wethouderschap. En die daarin de portefeuille met Brainport, sociale zaken en economische zaken kreeg. Het eerste jaar was hij vooral opmerkelijk op de achtergrond. Afwezig, zo leek het soms. Tijdens het antwoorden van vragen in openbare vergaderingen leek hij soms ietwat hulpeloos rondkijkend naar woorden te zoeken. „Wat jullie hier hebben met Brainport is echt heel bijzonder hoor…”, kon hij zeggen. Alsof hij er zelf nog een beetje door verrast was. Op de man af gevraagd naar zíjn stip op de horizon, zegt hij: „Nou, dat is dan werk, werk en nog eens werk hè.” En concreet noemt hij het invullen van de techniekvacatures en de cultuuromslag in het arbeidsmarktbeleid. Maar over het hoe en over zijn eigen rol daarin is hij weinig overtuigend.

Henk Brink is een vriendelijke man. Vriendelijk en beschaafd. Bepaald geen ‘draufgänger’, zoals zijn collega’s in B en W. Daar zit natuurlijk wel voor een deel de verklaring voor zijn afwezigheid. Daar én in het gegeven dat hij benoemd is in de netwerk-portefeuille bij uitstek. De economische veerkracht van deze regio wordt voor een groot deel bepaald door het old boys network dat zich uitstrekt over de drie sectoren die de basis vormen van de Brainport gedachte: onderwijs, overheid en ondernemers. En Brink moest op zijn minst al die Eindhovense old boys nog leren kennen. Hij erkent zelf ook dat hij het eerste jaar van zijn wethouderschap grotendeels daaraan heeft besteed: inwerken, luisteren en netwerken.

Vooral in het afleggen van MKB-bedrijfsbezoeken stak hij veel tijd. En dan heeft Brink op Brainport vlak ook nog de concurrentie van burgemeester Rob van Gijzel, die Brainport inmiddels zo’n beetje als middlename voert. Daar waar Van Gijzel zich manifesteert als nationaal en internationaal Brainport-ambassadeur, had Brink er wellicht goed aan gedaan een binnensteedse Brainport-ambitie te formuleren. Hij had bijvoorbeeld beleid kunnen maken waarmee de toptechnologie van Brainport verbonden wordt met de Eindhovense onderkant van de arbeidsmarkt. Een mooie uitdaging toch voor de wethouder die zowel Brainport als sociale zaken in zijn portefeuille heeft?

Als de vijfde stad van Nederland de helft van zijn wethouders van buiten die stad haalt, dan moeten die wel toegevoegde waarde hebben. Bij Depla hielp het ‘van buiten komen’ en dus een frisse, neutrale blik hebben, bij het financieel schoon schip maken. Bij Lenie Scholten hielp het dat ze in een andere grote stad wethouder was met dezelfde portefeuille. Dat ze kon vergelijken en Eindhovense wensen en kritiek in perspectief kon plaatsen.

Van Henk Brink kan gezegd wor­den dat hij een vriendelijk bestuurder is. Een sociaal-liberaal die goed past binnen de Eindhovense VVD-cultuur. Een wethouder ook die zich netjes houdt aan het coalitieprogramma, die veel vrienden maakt binnen het MKB en die tot nu toe geen brokken maakt. En dat zegt VVD-fractievoorzitter Monique List dan ook. Maar anders dan List beweert, kan ook van Brink gezegd worden dat na ruim een jaar zijn toegevoegde waarde als wethouder van buiten twijfelachtig is. De vraag blijft waarom het nodig was hem uit Amersfoort te halen. Vriendelijke sociaal-liberalen die trouw het coalitieakkoord uitvoeren, moeten in Eindhoven toch ook voorhanden geweest zijn.