Progressieve samenwerking
Door: Annegien Wijnands – voorzitter PvdA-afdeling Helmond
De vorige gastopinie, van Hans Overbeek, ging over de samenwerking van de PvdA afdelingen in het stedelijk gebied. Het is geen toeval. Mijn stukje gaat over een andere vorm van samenwerking. Samenwerking tussen linkse partijen; oftewel progressieve samenwerking.
Het leven is veranderen. Dat geldt (dus) ook voor de politiek. De PvdA is niet meer het machtsblok dat het vroeger was. Of automatisch de sterkste partij op links.
Aangezien we onze idealen wél in de praktijk willen brengen moeten we op zoek naar vormen van samenwerking. Behalve een kiezer die zich minder bindt aan één partij, zie je ook dat de landelijke partijen op veel plaatsen voorbij gestreefd worden door lokale partijen. Een andere belangrijke ontwikkeling, die om politiek handelen vraagt, is de versplintering van de gemeenteraad. Een gemeente waar 19 zetels zijn verdeeld over 10 partijen is geen uitzondering. Deze fragmentatie maakt het openbaar bestuur minder daadkrachtig en minder herkenbaar.
Er zijn in Brabant al vormen van progressieve samenwerking. Soms gaan de partijen op in één nieuwe partij. De meest voorkomende combinatie is PvdA en GroenLinks. Afhankelijk van de lokale invulling van de partijkleur, zie je ook verbindingen met D66, lokale partijen en SP.
Op provinciaal en landelijk niveau gaan partijen (nog) niet of nauwelijks verbindingen met elkaar aan. Soms wel een lijstverbinding maar de partijnaam wordt als een zodanig sterk merk gezien dat daar niet aan getornd wordt. De vraag is of dat terecht is én als het merk belangrijk is, of er dan toch niet andere wegen zijn die kunnen leiden naar intensieve(re) samenwerking tussen progressieve partijen.
Te vaak zie ik dat de samenwerking tussen linkse progressieve partijen tekort schiet en dat de rechtse(re) partijen daarvan profiteren. Nu schrijf ik dit stukje in het nieuwsbrief van de Eindhovense PvdA. In Eindhoven is de situatie (nog) anders dan in andere gemeenten. De linkse partijen zitten al geruime tijd samen in het college in Eindhoven en deze periode is met D66, GL, SP en PvdA een prachtig links college geformeerd.
Kijken we bijvoorbeeld naar Helmond dan zie je daar dat VVD en CDA telkens een coalitie vormen met wisselende linkse partijen. Er zit, de lokale partijen meegerekend, een potentieel linkse meerderheid in de raad, maar door de versplintering worden de linkse ideeën maar beperkt omgezet in beleid.
Is dat erg?
Ik vind van wel. Als ik moet kiezen tussen het behoud van de partij(naam) PvdA of het voor elkaar krijgen dat linkse progressieve ideeën uitgevoerd worden, dan kies ik zonder aarzelen voor het laatste. De vraag moet altijd zijn: ‘Waartoe zijn we op aard?’ Wat we voor elkaar krijgen voor de mensen in Helmond, Brabant en Nederland staat voor mij voorop.
Daarom is de PvdA in Helmond in gesprek met partijen in de Helmondse raad die programmatisch een grote overlap hebben met ons. Om te kijken op welke wijze we ons kunnen verbinden met elkaar. Zodat we na de volgende verkiezingen een links blok kunnen vormen, waar men in de coalitie-onderhandelingen niet omheen kan.
We zijn momenteel volop in gesprek over de vorm waarin we de samenwerking willen gaan gieten, met voortdurend als doel dat de progressieve plannen voor Helmond in de volgende periode ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen gaan worden. Wat wel interessant is om te melden is dat niet alleen landelijke, maar ook lokale partijen hierover meepraten.
Op lokaal niveau gebeurt het dus wel, progressief samenwerken. Op provinciaal en landelijk niveau ligt dit gevoeliger, maar is het mijns inziens niet minder noodzakelijk. Uiteindelijk denk ik dat de landelijke politiek vanuit de beweging van onderaf wel mee zal bewegen. Enkel bij de SP zie je dat de lokale weerstand, vanuit de landelijke lijn, groot is. Maar, de vraag is of de SP een progressieve partij genoemd kan worden.
Wat de provinciale politiek betreft ligt er een mooie rol voor Brabant. Het heeft in Amsterdam veel te weinig aandacht gekregen, maar de PvdA-Brabant heeft hier een mooi kunstje geflikt. Na verlies bij de verkiezingen en tegen de trend in is de PvdA in het college gekomen. Omdat ze al ver voor de verkiezingen en met overtuiging heeft ingezet op samenwerking met D66 en de SP. In plaats van braaf af te wachten welke linkse partij VVD en CDA nu weer mee zouden krijgen, hebben ze een links blok gevormd. En lag de keuze andersom: VVD óf CDA mochten aansluiten, afhankelijk van hoeveel water er bij de wijn gedaan werd. En zo werd bijvoorbeeld een belangrijk punt binnengehaald: de ruit om Eindhoven verdween van de kaart terwijl in de periode ervoor de SP dat nog had moeten inleveren in ruil voor regeren met VVD en CDA.
De PvdA-Brabant heeft nu ook het initiatief genomen om een ‘commissie progressieve samenwerkingen’ in te stellen bestaande uit Paul Depla, Henk Hellegers, Ward Deckers, Frank Cools, Pieter Tops en ikzelf. Deze commissie gaat dit najaar aan de slag. De opdracht is om een analyse te maken van drie verschillende vormen van progressieve politiek: zelfstandige PvdA afdelingen, lijstcombinaties en progressieve samenwerkingsverbanden. In de analyse wordt bekeken wat de invloed op electorale kansen is, op het politieke geluid, op de verenigingsstructuur, mogelijkheden tot talentontwikkeling, mogelijkheden tot inhoudelijke vernieuwing en op mogelijkheden tot maatschappelijke verbindingen.
En dat allemaal onder het motto: je kunt maar beter voorbereid zijn op een onzekere toekomst.