Inbreng PvdA Kadernota 2016
De wereld om ons heen staat in brand. Syrie, Mali, Brussel, Turkije, Amerika, Nice….. De wereld staat in brand en wij vergaderen hier vandaag over de Kadernota. Heeft dat dan nog wel zin? Zeer zeker heeft dat zin. Sterker nog, het heeft meer zin dan ooit.
In Brussel worden mensen opgeblazen. In Amerika worden agenten doodgeschoten. In Parijs ontploffen bommen. In Nice rijdt een gestoorde man in een vrachtwagen doelbewust in op onschuldige mensen. Allen handelen zij uit onvrede, uit onmacht, uit frustratie. Laurent Chambon, een Franse socioloog zei het zaterdag in het ED heel treffend.
Ik citeer:
‘Dat het nu in Nice gebeurt, verrast me niet. Nice is een façade: in het centrum is extreme luxe, waarbij Amsterdam nog armoedig afsteekt. Maar daarbuiten is het geen prettige stad. In de banlieues heerst grote armoede, totale uitzichtloosheid.
Het doet me denken aan mijn eigen jeugd, in een buitenwijk aan de rand van Parijs. In de verte zagen we de lichtjes van die prachtige binnenstad, die dure winkels en mooie auto’s. Maar langzaam kwamen we erachter dat die wereld nooit de onze zou worden. Dat is geen enkel excuus voor welke misdaad ook, maar het kweekt frustratie.’
Einde citaat
Die ongelijkheid, die verschillen in perspectief, die uitzichtloosheid. Dat zijn de grote bedreigingen ook voor onze samenleving, voor het respect voor elkaar en voor onze vrede. Die ongelijkheid begint op lokaal niveau, in onze stad. Daarom is het zo belangrijk om als overheid altijd te blijven streven naar gelijke kansen voor iedereen. En precies DAT streven is onze drijfveer wanneer wij strijden voor de ontwikkeling van ook Burghplan en niet alleen Mariënhage. Dat is onze drijfveer wanneer wij – in de ogen van velen – moeilijk doen over geld voor een bruggetje over de Dommel. Dat is onze drijfveer als wij spreken over de kosten van schoolreisjes en de stijging van de tarieven voor de breedtesport.
Dat is onze drijfveer achter de behandeling van de kadernota.
Een interessant naslagwerk is het recent gepubliceerde onderzoek naar in hoeverre Nederland een meritocratie is. In een meritocratie bereiken mensen hun maatschappelijke positie door hun eigen talenten en inspanningen. Deze vorm belooft een meer open en gelijke samenleving itt tot de traditionele klassenmaatschappij. Op zich positief. Maar onderzoek wijst uit dat verdiensten in hoge mate worden bepaald door het opleidingsniveau van je ouders. Omdat hoger opgeleiden meer toegang hebben tot hulpbronnen om hun kind te begeleiden in de opvoeding en ontwikkeling. Zo is onderwijs wel toegankelijker geworden waardoor het systeem meer openstaat voor iedereen die wil werken aan zijn eigen ontwikkeling, maar hoe succesvol je bent binnen dat systeem wordt altijd nog bepaald door waar je wieg stond.
In de tussentijd worden de uitgangspunten van een meritocratie wel algemeen onderkend: zowat iedereen is het er mee eens dat eigen inzet en eigen opleiding veel belangrijker zijn om vooruit te komen dan afkomst. Intelligentie en hard werken zijn de belangrijkste factoren voor economisch succes. Dit betekent dat er een soort wedloop aan de hand is en er twee groepen ontstaan: de winnaars en de verliezers. Het wederzijds begrip daalt. Want als je door hard werken een goede positie kunt bereiken, is het dus je eigen schuld als je dat niet doet. Je verdient dan dus je lot. Aan de andere kant is het succes van de groep die het wel redt, te danken aan de eigen verdienste.
Twee gescheiden leefwerelden waarin winnaars en verliezers zich steeds minder met elkaar en met de samenleving als geheel verbonden voelen.
De Amerikaanse samenleving is hier een voorbeeld van. De spanningen die daar momenteel heersen zijn een symptoom van de ontwikkelingen daar. Het is niet ondenkbaar dat Amerika ook op dit gebied ons voorland zal blijken te zijn, zeggen de onderzoekers. We moeten daar dus oog voor hebben.
Met dat oog hebben wij onze moties opgesteld. Oog voor de tweede snelheid, oog voor het belang van een inclusieve samenleving.
Vz. dan onze moties:
T.a.v. Wijken:
Elkaar ontmoeten en kennen is, gezien het voorgaande, van wezenlijk belang. Zo belangrijk dat wij vinden dat het mogelijke maken van de buurtontmoeting een kerntaak van de overheid zou moeten zijn. Buurtontmoeting zonder drempels. Wij willen daarom laten onderzoeken of het mogelijk is om alle buurthuizen gratis toegankelijk te maken. Dit is motie 18.
Er staan de komende jaren forse investeringen op het programma. De corporaties gaan flink bouwen maar mogen haast niet meer investeren in het sociale domein vanwege wetgeving. Meer mensen vergt echter, gezien het voorgaande, meer sociale voorzieningen. Hoe kunnen we als gemeente meewerken aan het optimaal benutten van het investeringsbudget? Daarover gaat onze motie 20. Als wij kosten die gemaakt moeten worden voor ambtelijke uren in de planbegeleiding kunnen besparen door de corporaties meer zelf te laten doen, kunnen we die besparingen in het sociale domein investeren.
Ontmoeten en ontwikkelen doe je ook door sport en cultuur. Het onderzoek waar ik eerder aan refereerde wijst uit dat afkomst ook bepaalt in hoeverre je in aanraking komt met cultuur en sport. Door deze middelen structureel onderdeel te maken van de wijkaanpak, sla je twee vliegen in 1 klap: je vergroot de kansen op sport- en cultuurparticipatie en tegelijkertijd dragen sport en cultuur bij aan de vergroting van de sociale cohesie. Hierover gaat onze motie 19.
Onze moties t.a.v. Werk:
In een maatschappij waarin je kunt werken om vooruit te kunnen, is er altijd een groep die niet mee komt. In plaats van die groep als de verliezers weg te zetten, zijn wij op zoek naar manieren om van deze mensen ook winnaars te maken. Inzetten op hun eigen kunnen binnen de reguliere arbeidsmarkt is de gedachte achter de participatiewet. Maar in de praktijk blijkt dat er een groep blijft bestaan voor wie dat niet is weggelegd. Voor die groep hebben wij motie 1 opgesteld die mensen de zekerheid op werk geeft door beschut werken weer in te voeren als blijkt dat onze doelstellingen niet gehaald worden.
Ook motie 3 beoogt het mogelijk maken van werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Mensen die het maar niet lukt uit de bijstand te komen willen wij met behulp van gesubsidieerde arbeid aan het werk helpen. Maar wel gesubsidieerde arbeid met perspectief, want werken moet wel lonen.
De laatste motie die werk betreft, motie 2, gaat over het ondersteunen van jongeren voor wie MBO nivo 1 het hoogst haalbare is in de zoektocht naar werk.
Dan onze moties over zorg.
Zoals u weet strijden wij al langer tegen de paarse krokodil. Onnodige bureaucratie voor mensen die van zorg afhankelijk zijn. Motie 21 bepleit het schrapbeleid. Maak formulieren eenvoudiger , vraag niet meer naar wat al bekend is bij de gemeente en onderzoek waar gegevens gekoppeld kunnen worden. Ook moet het mogelijk zijn voor bewoners om melding te kunnen maken van onbegrijpelijke formulieren. Dat helpt in de continue verbeterslag.
Voor sommige kinderen vindt de tweedeling al vroeg plaats. Opgroeien in een gezin dat kampt met schulden. Een oneerlijke start. Kinderen in armoede worden het best geholpen door hun ouders te helpen, en daar wordt al hard aan gewerkt in Eindhoven, maar de oplossing is voor velen nog niet in zicht. Daarom wil de PvdA aandacht voor kinderen in armoede.
Motie 28. Deze roept op om bestaande regelingen voor kinderen te bundelen onder de noemer Kindpakket en dit als zodanig te communiceren en toegankelijk te maken.
Motie 29 roept het college op om voor kinderen wiens ouders gebruik maken van de voedselbank en/of schuldhulpverlening een extraatje te geven in de vorm van een meedoen-plus bijdrage.
Vz., ik rond af. Met te benadrukken dat – in het licht van de gebeurtenissen in de wereld – het echt van belang is wat wij hier lokaal doen. Hoe wij er hier lokaal voor zorgen dat mensen zich niet gefrustreerd, boos of machteloos voelen.
Het gevoel van er echt bij horen begin tenslotte in je eigen stad, in je eigen buurt.