8 maart 2016

Maatschappelijke gevolgen van langdurige armoede

Door: Gaby van den Biggelaar (lid PvdA-Eindhoven en directeur Leergeld Nederland)

 

Uit recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat het aantal mensen dat verkeert in langdurige armoede snel is toegenomen. Ruim 4% van de Nederlandse bevolking leeft drie jaar of langer onder de armoedegrens. Concreet zijn dat 291.000 huishoudens. Hierbij valt op dat bijna de helft van deze groep een betaalde baan heeft waarbij het inkomen niet toereikend is om rond te kunnen komen. De door sommige politici gehanteerde standaardreactie: “Werken is het beste middel om uit de armoede te komen” gaat voor deze mensen helaas niet op. De reactie van “eigen schuld, dikke bult” blijkt misplaatst.

Armoede is een relatief begrip. Het SCP beschouwt personen als arm als zij een inkomen hebben dat te laag is om kleding, voedsel en huisvesting van te betalen, plus sporadische sociale uitgaven, zoals het lidmaatschap van een sportclub. Voor het beeld: het gaat om een inkomen van iets meer dan € 1300 voor gezinnen met kinderen.

Wat doet armoede in een gezin, wat doet armoede met kinderen? In veel gezinnen leidt armoede tot een spiraal naar beneden: ze zitten gevangen in armoede, kunnen geen heldere keuzes meer maken en raken in een sociaal isolement. Wat heerst is de noodzaak tot overleven.

Voor kinderen kan dit betekenen dat er onvoldoende geld is voor voedsel, kleding of een verwarmd huis. Lid zijn van een sportvereniging of muziekschool is geen vanzelfsprekendheid. Er is geen geld voor schoolreizen en excursies. Ook de aanschaf van een fiets of laptop levert financiële problemen op. Verjaardagen worden overgeslagen, want er is geen geld voor traktaties, laat staan voor een kinderfeestje. Kinderen nemen geen vriendjes mee naar huis. In deze gezinnen is er altijd ‘gedoe om geld ‘. Veel kinderen groeien op in een omgeving waar altijd stress is en er altijd geldzorgen zijn.

Gelukkig is er een groot aantal particuliere organisaties actief, zoals de Voedselbanken, Stichting Jarige Job en Stichting Leergeld. Ook andere sociale netwerken proberen ondersteuning te bieden.

Er is een algemene tendens zichtbaar van een terugtredende overheid. Voorzieningen worden versoberd of aan particuliere organisaties overgedragen (overgelaten?).

De Nederlandse overheid kwam vorig jaar met een extra bedrag van € 90 miljoen (niet geoormerkt) om meer gezinnen in armoede te kunnen ondersteunen. De uitvoering daarvan ligt bij de gemeenten. Er zijn echter grote verschillen tussen gemeenten te constateren: gemeenten met een ruimhartig armoedebeleid en gemeenten die minimale ondersteuning bieden. Kwestie van politieke keuzes!!

De overheid mag zich naar mijn mening niet terugtrekken op dit terrein. (Langdurige) armoede leidt tot maatschappelijke tweedeling en brengt daarmee grote maatschappelijke risico’s met zich mee, waarvan de financiële en sociale gevolgen verstrekkend zijn en die niet alleen voelbaar zullen zijn voor de arme huishoudens zelf.

Hierin ligt een grote uitdaging voor de lokale politiek!