Leerlingenvervoer: de politieke stand van zake
5 april 2007
In september heeft de PvdA samen het CDA en de SP raadsvragen gesteld over het vervoer van kinderen die op scholen voor speciaal (basis) onderwijs zitten naar kinder- of buitenschoolse opvang. Het vervoer van school naar huis is wel geregeld, maar van school naar de buitenschoolse opvang is niet geregeld. In de commissievergadering is een discussienotie door de wethouder voorgelegd aan de raad. Uit de notitie kwam naar voren dat er in de nabije toekomst wat betreft het leerlingenvervoer naar kinder- of buitenschoolse opvang het een en ander zou veranderen. O.a. door de invoering van de WMO en de koppeling van kinder- buitenschoolse opvang aan het primair onderwijs. Daarnaast bleek uit navraag dat het probleem van het vervoer van de kinderen naar kinder- of buitenschoolse opvang voor een kleine groep ouders van toepassing was, terwijl de kosten aanzienlijk hoger zouden uitvallen. Daarom heeft de PvdA tijdens deze commissievergadering gekozen voor de pragmatische lijn. Wij vinden het belangrijker dat in plaats van het nu aanpassen van de verordening – die met de toekomstige veranderingen toch aangepast zal worden -, samen met de ouders die in de problemen zitten, gekeken wordt naar oplossingen voor dit moment. Ons voorstel aan de commissie is om een soort van hardheidsclausule toe te passen. De wethouder reageerde hier positief op. De PvdA zal deze veranderingen nauw volgen om te waken voor een structurele oplossing voor het vervoer van de kinderen naar de kinder- buitenschoolse opvang. Daarnaast is teruggekeken en vooruit geblikt op de uitvoering en aanbesteding van het leerlingenvervoer. Dit naar aanleiding van het opzeggen van het contract met vervoerder PZN door de wethouder 23 januari jl. De PvdA is zeer tevreden dat de wethouder heeft ingegrepen: het belang van het kind staat voorop. Dit belang was niet meer gediend met de manier van uitvoering van het leerlingenvervoer door PZN: lange wachttijden, busjes welke niet kwamen, veel wisselingen van chauffeurs. In januari hebben wij de wethouder verzocht om hier werk van te maken. Toen hebben we ook de reistijden aan de orde gesteld: van huis naar school en andersom. Volgens de overeenkomst met PZN mogen deze maximaal 90 minuten zijn. Wij zijn van mening dat deze reistijd te lang is. Hierover hebben we dinsdag discussie gevoerd met de wethouder. De wethouder heeft aangegeven dat PZN bij voortduring de grens van 90 minuten op zocht. Naar ons idee ook logisch omdat deze ruimte nou eenmaal in het contract werd geboden. De vraag blijft dus wat hebben we als gemeente er straks voor over dat kinderen binnen aanvaardbare reistijd van huis naar school worden gebracht en andersom? De PvdA denkt dan aan 60 minuten -zover dat reëel mogelijk is-. De wethouder wilde hierop geen toezegging doen. De suggestie van de SP om gedifferentieerd aan te besteden vinden wij en goed alternatief. Dit kan leiden tot maatwerk. De wethouder reageerde hierop niet afwijzend. Dat hier mogelijk een prijskaartje aanhangt zijn wij ons van bewust. Deze afweging moet straks dan maar worden gemaakt. In ieder geval dient het belang van het kind voorop te blijven staan. Tenslotte, we zijn blij dat de wethouder nog eens volmondig heeft toegezegd ouders te betrekken bij de nieuwe aanbesteding. Ook is de toezegging gedaan dat de raad hierover zeggenschap krijgt. Hierdoor kunnen zowel ouders en als raad oordelen over de kwaliteitseisen van het leerlingenvervoer en dus ook over de duur van de reistijd. Uiteindelijk in het belang van het kind!
Yasin Torunoglu
Frank Depla