Mensen afschrijven of ‘verdringing’ accepteren
Het zal je maar gebeuren; ineens ben je je baan kwijt. Daar sta je dan, 57 jaar, bergen ervaring en niemand die op je zit te wachten. Of je staat aan de start van je carrière, je loopt over van de energie en ideeën, maar elke werkgever vraagt om ervaring. Of je kunt door reuma niet alle werkzaamheden meer verrichten, je bent op zoek naar passend werk, maar wordt keer op keer afgewezen. Logisch dat we hen een beetje helpen bij het vinden van een baan. Logisch…of toch niet? Want als we deze mensen een duwtje in de rug geven, dan worden anderen daarvan vaak automatisch de dupe. Anderen die ook graag aan de slag gaan. Hun verzet tegen deze zogenaamde ‘verdringing’ is begrijpelijk.
Maar stel we doen niets?
Als we deze mensen die zelf erg moeilijk weer aan werk komen niet helpen? Als we ons laten leiden door de negatieve aspecten van ‘verdringing’? Dan schrijven we al deze mensen voorgoed af. Ze komen dan steeds verder van de arbeidsmarkt te staan. Ook als er weer meer vacatures zijn, komen zij bijna niet meer aan de bak. Met als gevolg dat bedrijven goedkope werknemers uit bijvoorbeeld Polen in dienst nemen of zelf naar het buitenland verkassen. En dan gooien we veel kwaliteit weg, die we keihard nodig hebben. Dat is slecht voor de economie en ronduit asociaal.
Schouders eronder
Als wethouder in Eindhoven wil ik dat “iedereen mee kan doen”. Werk hebben is namelijk meer dan economische zelfstandigheid. Werkenden voelen zich vaak gelukkiger en zijn meer betrokken.
Op twee fronten kunnen we als gemeente ervoor zorgen die afstand te verkleinen. Op het terrein van aanbesteden. Met social return en PSO (Prestatieladder Sociaal Ondernemen) belonen we werkgevers die voor een opdracht of klus kwetsbare werkzoekenden in dienst willen nemen of al hebben. Met een aantal Eindhovense ondernemingen in de schoonmaak- en thuiszorgbranche hebben we daarover prima afspraken gemaakt.
En op het terrein van re-integratie. We kennen op dat gebied een keur van regelingen, voorzieningen en subsidies. In Eindhoven zetten we bijvoorbeeld meester- en startersbeurzen in om werkgevers te stimuleren ouderen en jongeren een kans te geven. Verder doen we onze uiterste best om extra banen te scheppen door internationale bedrijven te verleiden zich hier te vestigen. We gaan met ondernemers om de tafel die betrokken zijn bij het wel en wee van de stad en maken met hen afspraken. We kijken vooral samen wat mensen wel kunnen en stemmen daarop de banen af. Zo hebben we met een glasvezelbedrijf vacatures geregeld, zodat mensen uit de bijstand werkervaring kunnen opdoen. Anders was dit werk door Oost-Europeanen gedaan.
Uitwassen aanpakken
Tegelijkertijd moeten we misbruik aanpakken. De gewiekste managers die bestaande medewerkers lozen voor een werkloze die (tijdelijk) een zak geld meebrengt. Of bedrijven die werkervaringsplaatsen en loonkostensubsidies gebruiken om hun winst op te krikken. Ken je pappenheimers en leg zoals in Eindhoven een “zwarte lijst” aan van dit soort bedrijven. Ben niet bang om op je gevoel af te gaan en beloon goede werkgevers, die juist investeren in de ontwikkeling van hun medewerkers. En wees alert op overcompensatie. Het wegwerken van de achterstand op de arbeidsmarkt met overheidsmiddelen mag daar niet toe leiden. Het gaat om een opstapje naar een baan. De achterstand van mensen met afstand tot arbeidsmarkt mag nooit uitmonden in een voorsprong op andere werkzoekenden.
Iedereen heeft recht op een collega
Blijven we ons verschuilen achter de negatieve effecten van ‘verdringing’? Laten we duizenden mensen zonder werk in de kou staan? Nee natuurlijk niet. Dat kan alleen als we achterstanden en obstakels wegnemen en uitwassen bestrijden. Dit vraagt om moed, om het maken van scherpe politieke keuzes. Ik zeg bijvoorbeeld ja tegen het tijdelijk opdoen van werkervaring met behoud van een uitkering (met een kleine toeslag). Als opstap naar werk. En ja, daarbij nemen we ‘verdringing’ op de koop toe om die kans op die arbeidsmarkt voor iedereen echt mogelijk te maken.
Staf Depla
Wethouder Eindhoven
Werk, economie en beroepsonderwijs