11 maart 2013

Verklaring Wethouder Mary Fiers op aftreden.

In dat debat hebben we uitgebreid stilgestaan bij wat er fout is gegaan en wat we hebben gedaan om er voor te zorgen dat de resterende verhuizingen goed zouden verlopen. Afgelopen vrijdag stond de eerste verhuizing, na het debat, op het programma. Een verhuizing waarvoor de opdracht in augustus vorig jaar is verleend. Vlak voor deze verhuizing werd ik, en in de organisatie verschillende mensen met mij, onaangenaam verrast. De opdracht en de daarbij behorende financiële verplichting bleken niet goed afgesproken en vastgelegd. Aan deze actie bleek namelijk nog géén vaststellingsovereenkomst ten grondslag te liggen. Terwijl we als gemeente Eindhoven medio 2012 wél een verplichting hiervoor waren aangegaan. Maar die stond dus niet in de boeken.
Een oude afspraak dus. Daar hebben we toch vorige week een debat over gehad? Dus toch geen reden om dan nu ineens op te stappen?

Op zich waar. Maar het probleem zit ‘m in het feit dat niet tijdig is ontdekt dat deze verhuizing niet volgens de officiële spelregels zou gaan verlopen. Als dit wel tijdig ontdekt was, hadden we niet vlak voor de verplaatsing aan de noodrem hoeven trekken door de verhuizing af te blazen. Als er wel vroegtijdig alert was gesignaleerd en gehandeld, hadden we met een schone lei deze verhuizing kunnen doorzetten. Dan hadden we kunnen laten zien dat het vanaf nu anders gaat. Dan was deze verhuizing een kantelpunt geweest. Maar dat was het niet en dat had het wel moeten zijn.

Een excuus aan de betrokken bewoner is ook op zijn plaats, vind ik.

Toen deze informatie donderdagavond duidelijk werd, besefte ik hoe belastend dit was in dit toch al uitermate complexe dossier.

Jullie mogen best weten dat ik wat krachttermen heb laten vallen. Wat is hier aan de hand?? Hoe kan het dat dit nu pas opduikt?? In een mailwisseling met diverse betrokkenen uit de organisatie heb ik donderdagavond verzucht "ik weet het ook even niet meer…."
Maar ik wist het wel. Er is één persoon bestuurlijk verantwoordelijk voor dit dossier, en dat ben ik. Voor mij was het donderdagavond laat duidelijk dat dit een misser was die dit dossier, op dit moment, niet kan verdragen. Ik vond, en vind, dat ik dit nieuws niet kan vertellen zonder aan geloofwaardigheid in te boeten. Zeker niet na het debat van vorige week. Vorige week zei ik dat ik mijn verantwoordelijkheid zou nemen door op te pakken en aan te pakken. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat de maatregelen die we hebben genomen -waarover we in het debat ook gesproken hebben – om in de toekomst een tweede ‘Orgelplein’ te voorkomen, goed zijn en inmiddels zo worden uitgevoerd. En natuurlijk wist ik dat er in dit dossier nog flinke hobbels komen. Onder andere rondom het afhandelen van de verzakkingen. Maar om geloofwaardig te blijven moet je vooruitgang kunnen laten zien. Stapje voor stapje de rommel opruimen en het beter doen. Dat had bij deze verhuizing zichtbaar moeten zijn. Maar dat was het niet.

Ik ben teleurgesteld, en ik ben erg verdrietig, en ik ben dankbaar en trots. Het zijn gevoelens die ik op dit moment maar moeilijk van elkaar kan loskoppelen. Ze lopen door elkaar, versterken elkaar zelfs. Maar laat ik toch een poging doen. Ik ben teleurgesteld omdat het me niet gelukt is om – vanuit mijn verantwoordelijkheid als wethouder – dit proces ordentelijk te laten verlopen. Ik wil er niet teveel over zeggen maar diep in mij voel ik nog wel een worsteling tussen bestuurlijke verantwoordelijkheid en ambtelijk eigenaarschap. Daarover zo meer.
En ik voel ook verbazing, onbegrip, machteloosheid; hoe kan het toch dat het ondanks alle oprechte intenties en de daarbij behorende grote inspanningen niet gelukt is om deze verhuizing een nieuw begin te laten zijn? Het zijn vragen die ik niet meer zal beantwoorden, maar ik nodig de organisatie wel uit om intensief door te zoeken naar die antwoorden.
Volgens mij liggen de antwoorden niet in het nog verder vastleggen van procedures of het nog strikter controleren. Mijn mening is dat mensen het verschil maken. De overheid van nu, en morgen, is in veel opzichten niet meer de overheid van gisteren. Legt geen dingen op, maar maakt dingen mogelijk, verbindt en ondersteunt. Dit betekent dus ook iets wezenlijks voor het handelen van alle mensen die bij de overheid werken. En dat kan alleen met juist méér handelingsruimte voor ambtenaren. Maar het vraagt tegelijkertijd ook echt om een scherper beeld van de eigen rol bij alle medewerkers. Het vraagt een ontwikkeling van omgevingsbewustzijn, alertheid, zakelijkheid, maatschappelijke en politieke sensitiviteit. Het vraagt om ‘eigenaarschap’ en morele verantwoordelijkheid. Geen parafencultuur. Als medewerker ergens van zijn en willen zijn. Jezelf verantwoordelijk voelen tot in je haarvaten en dat je handelen laten bepalen.

De gemeente als werkgever moet op haar beurt medewerkers ondersteunen om die kwaliteiten verder te ontwikkelen. En een werkomgeving scheppen waarin medewerkers die verantwoordelijkheid kunnen nemen.

En ja, ik ben erg verdrietig. Ik heb de afgelopen dagen veel tranen gelaten, menig emotioneel gesprek gevoerd met lieve mensen om me heen. Naast de vele zakelijke en serieuze gesprekken om alles zorgvuldig en netjes af te ronden. Dit is geen eenvoudig zakelijk besluit, niet simpel het stoppen met een baan. Het is stoppen met wat bijna zeven jaar lang mijn leven was, mijn passie. En dat voel ik in mijn hele lijf.

Ik ben de politiek ingegaan om te werken aan het realiseren van mijn idealen. Ik geloof in de kracht van mensen. In hun kracht om samen dingen voor elkaar te krijgen. Daarom was ik apetrots om wethouder "burgerparticipatie" te mogen zijn. Eigenlijk een rotwoord. Teveel beleidstaal. Maar het staat wel voor waar ik in geloof.

In Eindhoven hebben we daar de afgelopen jaren grote sprongen voorwaarts in gemaakt. Ik ben trots op al die inwoners die ik de afgelopen jaren in wijken en buurten mocht ontmoeten. Mensen die zich met hart en ziel inzetten voor zoveel goede dingen in onze stad. Al die bijzondere ontmoetingen koester ik. Het was een voorrecht om hun vrijwilligerswerk de afgelopen jaren makkelijker te maken. Bijvoorbeeld door het aanpakken van de bureaucratie rondom subsidies.

Woensel-West is exemplarisch voor wat ik bedoel. Vanuit een achterstand samen opklimmen. De bewoners kozen het motto: "We doen het zelf in Woensel-West".
Een goed voorbeeld uit Woensel West is dat mensen, die er nieuw willen komen wonen, sinds enige tijd moeten aangeven wat ze kunnen bijdragen, bijvoorbeeld door het geven van huiswerkbegeleiding of muziekles. Op basis daarvan worden de nieuwe bewoners gekozen. Een soort sollicitatie dus. Woensel West wordt hierdoor van binnenuit sterker. En de professionals kunnen op termijn de wijk weer uit. Dat is helemaal hoe ik het voor ogen had toen ik de politiek in ging.

En ten slotte, ik heb het bewust bewaard voor de afronding, ben ik ongelofelijk dankbaar.
Dankbaar dat ik me namens deze gemeenteraad, en in het bijzonder de PvdA Eindhoven, samen met mijn fijne collega’s en ambtenaren, mocht inzetten vóór en met al die bijzondere, creatieve en hardwerkende Eindhovenaren. Aan deze stad heb ik mijn hart verpand. Deze stad is mijn thuis. Het was echt fantastisch om hier wethouder te zijn. Later komt nog wel een moment om persoonlijk afscheid te nemen.

Voor vandaag is dit wat ik wil vertellen.

Tot ziens!