Onderzoek Koopzondagen overtuigt niet
In vogelvlucht enkele zaken.
Allereerst is nog steeds onduidelijk welke ondernemers gehoord zijn en hoe dat is gebeurd. Tijdens de hoorzitting werd duidelijk dat een van de belangrijkste partners in de stad, de Stichting Detailhandel Binnenstad Eindhoven, en de winkeliersvereniging Heuvelgalerie niet betrokken zijn bij het onderzoek. Gelukkig heeft het SDBE last minute zelf een enquete gehouden onder de 385 winkeliers in de Eindhovense binnenstad.
In zeer korte tijd heeft 42% van de winkeliers gereageerd, wat een zeer hoge response mag heten. De uitkomst was erg duidelijk: 83% van de winkelier in de binnenstad (dit is dus inclusief het grootwinkelbedrijf) is tevreden met het huidige regime van 12+2 dagen.
In tegenstelling tot deze duidelijke uitspraak en zonder de ondernemers gehoord te hebben, concludeert het onderzoeksrapport dat méér koopzondagen, scenario’s 4, 5 en 6 uit het rapport, ‘tegemoet komt aan de wens van het bedrijfsleven’. Hier trekken de samenstellers van het onderzoeksrapport dus een conclusie die volledig in tegenspraak is met het onderzoek van het SDBE, met een 42% opkomst en 83% van de winkeliers die het wil laten zoals het is.
Hoe kan dat, zou je denken? Dat er dan vier insprekers van het groot winkelbedrijf (Media Markt, Bijenkorf, V&D en HEMA), met alle respect voor hun goede ondernemerschap en visie, de boodschap van het hoofdkantoor komen overbrengen, 52 zondagen open, doet niets af aan de wens van de meerderheid van de ondernemers in de binnenstad.
Verder stelt het onderzoek, wederom expliciet, dat de scenario’s 4, 5 en 6 die toename van het aantal koopzondagen voorstaan, beantwoorden aan de wensen van de consumenten. En weer is dit een punt waar van gezegd kan worden dat de stellingname op z’n minst discutabel is.
Immers de uitkomsten van het gemeentelijke Digipanel onderzoek laten cijfers zien die niet expliciet genoeg zijn om de in het onderzoeksrapport ingenomen positie te rechtvaardigen. Immers slechts 15% denkt bij een eventuele toekomstige winkelopenstelling WEKELIJKS de koopzondag in de binnenstad te gaan bezoeken en 29% MAANDELIJKS, oftewel 57% een ENKELE KEER of NOOIT. Hieruit blijkt dus zeker niet dat een hogere frequentie van zondagopenstellingen beantwoord aan een duidelijke consumentenbehoefte.
Op de stelling ‘Winkels in de binnenstad zouden meer zondagen open moeten zijn’ geeft 53% het antwoord ‘EENS’ en 47% ‘ONEENS’. Op de stelling ‘Winkels in de binnenstad zouden alle zondagen open moeten’ zijn antwoordt slechts 40% ‘EENS’ en dus een ruime meerderheid van 60% ‘ONEENS’. Het antwoord op de eerste stelling geeft geen duidelijk en statisch significant resultaat dat rechtvaardigt om te stellen dat meer koopzondagen voldoet aan de behoefte van de consument. De antwoorden op stelling 2 lijken zelfs eerder op het tegendeel te wijzen.
Mijn conclusie is dat de er, wellicht onbewust, selectief gewinkeld is in de voorhanden zijnde data en dat de resultaten van het Digipanel onderzoek niet correct zijn geinterpreteerd. Er is immers geen sprake van een duidelijke wens bij de consument aan meer koopzondagen in Eindhoven.
De veronderstelde omzetstijging en toename van werkgelegenheid door meer koopzondagen wordt onderbouwd met het voorbeeld van de situatie in Roermond. Echter de situatie van Roermond is niet repesentatief voor Eindhoven of andere steden, immers Roermond ondervindt een duidelijke positieve invloed van het daar gevestigde Designer Outlet Center.
In het algemeen zijn Outlet centra (Roosendaal, Roermond, Lelystad en MaasMechelen) met name in de weekenden zeer grote trekkers en de vestigingen van ketens in deze centra behoren vaak qua omzet tot de beste vestigingen. Vanwege dit gegeven heeft men de binnenstad van Roermond ook helemaal opengegooid op zondag en dankzij meer dan 50% Duitse bezoekers is de omzet met 5 tot 10% gestegen. Het lijkt mij dan duidelijk dat het ‘succes’ van Roermond niets van doen heeft met de zondagopenstelling van de binnenstad, maar alles met het Designer Outlet Center. De conclusie dat meer zondagen open leidt tot meer omzet en meer werkgelegenheid is, tenminste als deze stelling alleen onderbouwd wordt met de case Roermond, niet terecht.
Aan de effecten voor het personeel (en de ondernemers die zelf in de winkel staan) van de winkelbedrijven wordt nagenoeg volledig voorbijgegaan in het onderzoeksrapport. Met name vakbond CNV heeft de situatie in onder andere Rotterdam en Zoetermeer onderzocht, maar zoals gezegd is het aspect personeel nauwelijks aangestipt in het gemeentelijke onderzoek. Dit is mijns inziens een omissie.
En inderdaad, de grote winkelketens vullen de winkel wel met werkstudenten, maar de kleinere en meer gespecialiseerde winkels werken met een ander soort personeel, vaak specifiek opgeleid en getraind, met een passie voor hun branche, vak en de merken waarmee ze werken. Dit is toch anders. Maar zoals gezegd gaat het onderzoeksrapport hier niet op in.
En het veelgebruikte argument ‘we leven toch in een 24-uurs economie’ gaat helaas niet altijd op voor winkelpersoneel met weekendhobby’s en kinderen.
Bijvoorbeeld sportactiviteiten in clubverband concentreren zich veelal in de weekenden, dus niet 24/7! Hier kan het winkelpersoneel en de zelfstandige ondernemer dan niet meer aan deelnemen, men moet te vaak werken in het weekend. En vrijwilligerswerk bij de clubs in het weekend (coach / begeleider bij jeugdteams, chauffeur bij uitwedstrijden, et cetera) zit er ook niet meer in.
Na de hoorzitting van gisteren ben ik nog meer overtuigd geraakt dat het onderzoeksrapport op z’n minst onvolledig en onjuist is. De ondernemers zijn niet gehoord, het personeelsaspect is nauwelijks aangeraakt, een vermoedelijk niet representatief voorbeeld van omzetstijging en werkgelegenheid en tot slot zijn de Digipanel feiten over de wensen van de consument verkeerd weergegeven.
Kortom, een nuttige hoorzitting gisteren, waarvoor dank aan de insprekers, en een twijfelachtig onderzoeksrapport.
www.arnoldraaijmakers.blogspot.com