1 op de 5 kinderen heeft een onderwijsachterstand

Door Marjolein Senden op 11 september 2018

1 op de 5 kinderen heeft een onderwijsachterstand. Onderwijsachterstanden kun je het best zo vroeg mogelijk bestrijden. Dus niet op school maar al in die periode daarvoor, de voorschool genoemd. Tijdens de raadsvergadering van 11 september heb ik de wethouder bevraagd op ons onderwijsachterstandenbeleid. Wil je weten wat mijn vragen waren? Lees dan onderstaande spreektekst!

 

Raadsvoorstel financiële borging SPIL beleid VVE 2019 t/m 2022

11.09.2018

Het tegengaan van onderwijsachterstanden is een belangrijk thema voor de PvdA. Wij geloven in de kracht van een gelijke kans voor iedereen. Middels het voorliggend voorstel wordt een structurele financiering t/m 2022 geborgd. Dat doet ons deugd. Desalniettemin willen we ook kritisch zijn en stellen we de vraag of de maatregelen die wij inzetten, ook daadwerkelijk leiden tot een gelijke onderwijsstart en gelijke kansen. In dat kader resteren, na de toezeggingen van de wethouder en waarvoor dank, de PvdA de volgende kanttekeningen bij het voorstel:

  1. De kwaliteit van de voor- en vroegschools educatie wordt in de monitor gemeten, maar wat weten we van nu van het effect in Eindhoven? Hebben de maatregelen effect? De wethouder heeft hiervan aangegeven dat we in beeld hebben welke resultaten kinderen aan het einde van groep 2 hebben bereikt. Ik wil de wethouder vragen of hij met die meting in staat is over langere termijn inzichtelijk te maken of en in welke mate, we de onderwijsachterstanden in Eindhoven hebben teruggedrongen?
  2. Tot slot; integratie en het tegengaan van segregatie. In de praktijk wordt dit gemeten door het uitgangspunt dat; integratie van doelgroeppeuters en niet doelgroeppeuters“ aantoonbaar wordt bevorderd”. Zoals eerder aangegeven vindt de PvdA deze eis veel te mager. Groepen in de voorschool en de school moeten zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van de samenleving. Juist door gemengde groepen krijgen kinderen de kans zich te onttrekken van achterstand en de vrijheid om met en van elkaar te leren.  Het is ons gelukt bij de scholen, dus waarom niet ook bij de voorschool? Daarbij werken VVE methoden niet als er niet ook voldoende niet-doelgroepkinderen in de groep zijn. In totaliteit blijkt dat er een goede verhouding is tussen niet doelgroepkinderen en doelgroepkinderen die gebruik maken van de voorschool. Dat moet dus praktisch te organiseren zijn.

Wij willen de wethouder dan ook vragen of hij bereid is de resultaten van de peutermonitoring in 2019 ook te delen met de raad en op basis van de resultaten – het smarter maken van de integratie/segregatie eis-, onder andere de eisen over het aantal doelgroepkinderen en niet doelgroepkinderen in een groep,  te heroverwegen?