27 september 2005

Brief bijdrade Debat Pastoor

Voorzitter,

Zeer recent nog bij de algemene beschouwingen in Den Haag sprak men alom over vertrouwen in de politiek Over een kloof tussen kiezers en bestuur. Als er iets is wat dit vertrouwen ondermijnt is het bestuur of bestuurders die in opspraak komen. Integriteit van het openbaar bestuur is het hoogste goed en dient politieke meningsverschillen te overbruggen. Ook in de locale politiek en zeker vandaag.

Openbaar bestuur gaat over drie V’s, Vertrouwen; Verantwoord gedrag en over Verantwoording afleggen. Gevolgd door de drie R’s: Rechtmatig; Redelijk en Rechtvaardig.

Voor u staat een raadslid met enig historisch besef. Ik wil met u even terug naar een recent verleden. In 1994 kwam de gemeente in opspraak met onderhandse afspraken tussen ambtenaren en projectontwikkelaars. En zeg nu niet te snel dat ik oude koeien uit de sloot haal. Het is oud maar opnieuw actueel. Deze ambtenaren werden gefêteerd in Curaçao.Het was voor de gemeente Eindhoven aanleiding interne regels en procedures aan te scherpen.

De wethouder wiens integriteit nu ter discussie staat moet ook deze regels kennen.Uit zijn huidige functie en uit recente geschiedenis. Hij was gemeentesecretaris en weet dus veel van interne regels. Hij was een van de leden van een commissie die in 1995 het college ter verantwoording riep over de tekorten in de onderwijsbegroting. Hij weet wat het is om verantwoording te vragen en het te laten afleggen.

Ook als het gaat om dienstreizen heeft deze gemeente een verleden. Wethouder Bun moest verantwoorden waarom hij was meegegaan met de NRE naar een luxe onderkomen in Parijs. Ook het toenmalig raadslid Pastoor had daar zo zijn vraagtekens bij. Reden voor het toenmalig college ook die dienstreizen aan een scherpere regeling en dus verantwoording te onderwerpen. Wethouder Scherf vroeg toestemming aan de raad om naar Sydney te kunnen. Zo ging dat in de oude bestuurscultuur. Dienstreizen dienen een aantoonbaar nut te hebben voor de gemeente En als ze dat hebben betaalt de gemeente voor haar eigen functionarissen. En bij twijfel niet inhalen.

Bij de reis naar Monaco bestaat gerede twijfel. Er was geen collegebesluit en het diende geen Eindhovens doel. Daarmee is nog niet aantoonbaar dat er sprake was van omkoping.
Maar het gaat ook niet alleen om de schuldvraag. Het gaat hier om de politieke vraag of dit gedrag vertrouwen wekt, verantwoord is en te verantwoorden is.
Bovendien heeft de enquetecommissie over de bouwfraude duidelijke uitspraken gedaan. Politici dienen zich niet te laten feteren!! Er zijn regels voor dienstreizen en er zijn regels voor aanbestedingen en gunningen.En voorzitter die gelden voor iedereen. Een belangrijke regel is dat bij gunningen de volgorde van het ambtelijk advies worden gevolgd. Een bestuurder is immers altijd kwetsbaar.Mocht een collegelid hiervan willen afwijken moet het worden gelegitimeerd door een college besluit en niet door een P dossier.Het kan toch niet zo zijn dat de heer Pastoor met zoveel bestuurlijke ervaring deze regels niet kent.

Hetzelfde geldt voor de regels van aanbestedingen, zoals bij de Keizersgracht. Juristen uit de stad twijfelen bij de rechtmatigheid. Geen geringe aanklacht. Het is evenzeer gebruikelijk voorzitter; en dat hoort tot de taken van het ambtelijk apparaat, dat ambtenaren bestuurders op deze regels  wijzen. Een gemeentesecretaris kan dus niet instemmen met een P Dossier over een gunning. Of durft deze niet in te gaan tegen een wethouder  die ook personeel in zijn portefeuille heeft?? Ambtenaren van DSOB moeten hierop wijzen; durven zij dit  of weten zij niet of klokkeluiders in Eindhoven worden beschermd.

  1. Waartoe diende een reis met twee personen naar Lyon ?
  2. Waartoe diende een reis naar Monaco ?
  3. Hoeveel etentjes diners en beloftes vonden er nog meer plaats?
  4. Hoe komt een bouwonderneming in een keer van plaats 34 naar 1 ?
  5. Zijn bij de gunning van de Keizersgracht tijdens het spel de regels veranderd?
  6. En wat was bij al deze vragen de rol van de ambtenaren ?
  7. Welke kennis hadden andere collegeleden ?
  8. Hoe staat het met het zelfreinigend vermogen van het college?
  9. Wat was de rol van de burgemeester als toezichthouder ?
  10. Zijn er meer verdenkingen ?
  11. Zijn er meer afspraken gemaakt waarvan wij het bestaan niet weten?
  12. Zijn er afspraken waaruit claims kunnen voortkomen ?

Vragen te over voorzitter. Vragen die moeten worden beantwoord. Het is de plicht van een controlerende raad de vragen deze vragen te stellen. Op zoek te gaan naar de waarheid. Immers de geloofwaardigheid van ons allen staat op het spel. En dat kan de raad van de vijfde stad van het land zich niet permitteren.Wij moeten kunnen bouwen op een integer bestuur. Kunnen bouwen op goede en werkbare afspraken tussen ambtenaren en bestuur.Waarheidsvinding is nodig in deze breedte. Ook om te leren voor de toekomst. Ik ben zeer benieuwd naar de antwoorden van het college op de vele vragen van Kerkwijk en anderen. Als ze onvoldoende worden beantwoord is de wethouder in zwaar weer en dat is gebleken. Maar dat ontslaat ons als raad niet van de plicht een onderzoek in de breedte te verrichten. Waren er regels die dit konden voorkomen of moeten die regels er komen. U kunt er immers niet omheen dat ruimte wordt genomen en ruimte wordt gegeven. Ruimte gegeven of uit onoplettendheid gelaten?

De raad dient een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. Eén lid van de oppositie. Eén lid van de coalitie en samen zoeken zij een voorzitter. Deze commissie moet door de raad worden ingesteld. Met een opdracht vanuit de bestuurlijke pijler. Dit zouden we moeten besluiten ongeacht de uitkomst van vanmiddag
Voorzitter dan rest mij nog een andere kwestie die hier rechtstreeks mee in verband staat maar wellicht meer haast heeft.U allen kent de brief over de gunning van de Keizersgracht. Die wil ik wis en waarachtig onderdeel maken van dit onderzoek.

Hierover heb ik nog een paar vragen:

  • Mijn vraag aan u is kunt u de overdracht uitstellen tot dit onderzoek achter de rug is.
  • Mijn vraag naar het algemene onderzoek is een vraag aan mijn collega’s in de raad en wil ik vandaag nog beantwoord hebben.